Page 42 - Schoolreglement 2023-2024
P. 42

Waar het voorgeschreven wordt door het werkplaats- of laboreglement, is het gebruik van PBM ’s verplicht. De
               schoolleiding legt het gebruik van PBM ’s niet alleen op omdat het je beschermt tegen bepaalde risico’s, maar ook
               omdat  het  gebruik  ervan  zal  behoren  tot  je  latere  beroepscultuur.  Onderstaande  PBM  ’s  worden  op  school
               gebruikt:

               •    een veiligheidsbril bij verspanende bewerkingen (boren, slijpen, draaien, ...)
               •    een gehoorkap bij lawaaierig machinewerk
               •   een spuitmasker bij het verfspuiten
               •   een lasschort, lasbril of laskap bij het lassen.
               •   veiligheidsschoenen  uitgerust  met  een  stalen  teenbescherming  en  een  anti-perforatiezool.  Deze
                   veiligheidsschoenen moeten van het type S1P of S3 zijn.  In de andere gevallen zorg je uiteraard voor stevig
                   schoeisel.  In  het  geval  van  weerspannigheid  bij  het  dragen  van  PBM  ’s  zal  de  leerkracht  de  orde-  en
                   tuchtprocedures toepassen.

               De bovenstaande PBM ‘s  moeten worden gedragen in de werkplaatsen waar de werkplaatsinstructies en machine
               –instructies dit vereisen. Persoonlijke bescherming begint bij het inbinden van lange haren, dragen van nauw
               aansluitende werkkledij en het achterwege laten van sieraden.


               Als je stage loopt in een bedrijf, neem je geen onnodige risico’s. Je voert je opdracht met het nodige vakmanschap
               uit én je volgt de geldende veiligheidsinstructies op. Voor de stage zal met het bedrijf een stageovereenkomst
               afgesloten worden. De stage wordt uitgevoerd tijdens de dagen en uren die vermeld staan in het stagecontract.
               Buiten deze tijdstippen mag je je stage niet verderzetten. Bij een onveilige werkomgeving of onveilig werk op stage
               moet dit onmiddellijk gemeld worden aan de stagebegeleider / preventieadviseur van de school.

               Elke  onveilige  situatie  zoals  brand,  een  gebroken  ruit,  een  gasreuk,  ...  meld  je  direct  aan  je  opvoeder,  een
               leerkracht of een ander personeelslid van de school.

               Wat te doen bij brand of ander onheil?

               Brand in klas, labo of werkplaats

               Hoe klein de brandhaard ook is, verwittig zo snel mogelijk je leerkracht. Hij zal op zijn beurt het onthaal (lokaal
               V0B1) verwittigen door:
               •   te telefoneren (binnenpost 940 of 056 601 462) of;
               •   een collega of een leerling te sturen;
               •   geef in elk geval de nodige informatie (Waar brandt het? Hoe ernstig is het?, ...);
               •   vergewis je ervan of er al dan niet mensen in gevaar verkeren. Mensen in nood helpen heeft voorrang op de

                   brandbestrijding. Als de brandhaard van kleine omvang is, onderneem dan één bluspoging. Bestrijd het vuur
                   met de blustoestellen in de buurt, maar neem geen risico’s!



               Ontruiming
               Het ontruimingsbevel wordt gegeven door een onderbroken bel- en sirenesignaal gedurende enkele minuten. Als
               je dit signaal hoort:
               •   doe je vensters en deuren dicht, maar niet op slot;
               •   schakel je de machines en de hoofdschakelaars uit én je draait de gasflessen dicht;
               •   laat je alles liggen én ontruim je kalm en ordelijk via de veiligste en/of kortste weg;


                           S i n t - P a u l u s s c h o o l   C a m p u s   V T I   | S c h o o l r e g l e m e n t   2 3 - 2 4 |  41
   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47